Verslag 16 juli
Door Benno en Thecla
De T-Ford krijgt zijn extra groene camouflagekleed aan en mag op een speciaal parkeerplek blijven aan het vaste land van Australië. Wij regelen in het dorp de vehicle- en camping permit en pont ticket en kunnen dan met de pont over naar Fraser Island met zijn vieren in de Landrover. Yeah! We rijden naar het Inskip Point maar zien eigenlijk niet waar de pont aanlegt. Geen bord, geen weg alleen een grote zandvlakte aan zee.
Maar de aanlegplaats van de pont is afhankelijk van het tij en daar dienen we ook rekening mee te houden. Een deel van de route is landinwaarts maar als het twee uur voor of na hoogtij kunnen we ook over het strand rijden. Vanaf het ferry zitten we gelijk vast in het zand. Eerst de bandenspanning verlagen. Dat werkt prima. Een prachtig parelwit zandstrand met geen spatje vervuiling of stenen of andere verstoring. Het is dan ook niet moeilijk te herkennen als er een schildpad of slang op het strand ligt. Dirk spot nog een walvis met de verrekijker en wij zien nog net zijn laatste fontein van lucht en water omhoog spuiten voordat hij verdwijnt. De prachtige route landinwaarts gaat door lage vegetatie die langzaam over gaat naar jungle, prachtig maar soms erg rul zand en diepe geulen, gaten en grote wortels van bomen over de weg en het pad is niet breder dan een wagen. Bij een eerste tegenligger (na een uur) op de landinwaartse route glijden we in een bocht tegen een andere auto aan, die hierdoor behoorlijke schade oploopt. Hierdoor is er even stress, maar na uitwisseling van de gegevens van de verzekering gaan we weer verder. En belanden na een prachtige rit door een bos van woudreuzen bij een afgeschermde kampplaats in het midden van het eiland, afgeschermd tegen de dingo’s die hier op Fraser Island rondlopen (grootste zand eiland ter wereld). We slapen weer in met alle junglegeluiden op de achtergrond, en sterren die twinkelen tussen de boomkruinen.